met het laatste daglicht terugkerend uit de stad zie ik daar ineens die kraai in die kale boom. omen!
een slecht voorteken, wisten middeleeuwers (bijvoorbeeld). in hun tijd was het hier aan het eind van een winterse middag slecht toeven. de asfaltweg door het bossche broek was er nog niet en het moeras had veel kwaads in de zin. dat wist je. dan moest je ook nog niet eens een kraai tegenkomen...
want een kraai voorspelde weinig goeds. incarnatie van de duivel, voorbode van dood, ruzie, oorlog... er zijn ook wel enkele positieve connotaties (kennis, vaardigheid), maar veel meer negatieve, zoals bedrog, sluwheid, diefstal. en bij de kraaienmars denk je ook bepaald niet aan een vrolijk deuntje.
de kraai was ooit wit, toen de goden de olympus nog bewoonden. totdat de god apollon de veren van de vogel bij wijze van straf zwart maakte. de kraai had de minnares van de zonnegod moeten bewaken tegen vreemdgaan, maar had daarin gefaald. hier komt overigens niet de uitdrukking 'zwart maken' vandaan (zie hier).
maar deze zwarte kraai zat daar dus toen ik den bosch uit fietste. met op de achtergrond het provinciehuis van bouwmeester maaskant. en hoewel het me vrijwel nooit overkomt dat een beest blijft zitten als ik afstap om het te fotograferen, trok deze gevederde vriend zich nergens iets van aan.
en zo kon ik de droes van nabij beschouwen en vastleggen.
mij is - tegen alle voortekenen in - niets kwaads overkomen. maar dat moet ik dan wel weer afkloppen natuurlijk.
delen via...
- Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen met Twitter (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend)